Dynamo Mundi

Dogtroep in Carré



Dogtroep verbouwt Carré tot gigantisch vliegwiel

MARIAN BUIJS − 27/07/96, 00:00

Het interieur van Carré ziet eruit als een bouwput. De toneelvloer ligt bezaaid met lasapparaten, zaagmachines en slijptollen. De stallen waar de dieren tijdens het Kerstcircus huizen, zijn veranderd in een timmerwerkplaats, het washok is kostuumatelier....

 

Van onze medewerkster

Marian Buijs

AMSTERDAM

Vier weken lang hield theater Carré zijn deuren gesloten om de Dogtroep gelegenheid te geven een voorstelling te maken. Ze mochten het interieur naar believen verbouwen, zolang ze het stucwerk maar intact zouden laten. Zelfs een gat in het dak hoorde tot de mogelijkheden. 'Dat dak moest toch worden vernieuwd,' zegt Bakker. 'We hebben maar twee keer nee te horen gekregen. Het verplaatsen van de geluidsinstallatie kon niet omdat die helemaal ingebouwd was. En breken in de muur tussen de zaal en het toneel was te gek. Die muur bleek trouwens tachtig centimeter dik.'

Twee jaar geleden ontstond het idee om in Carré te spelen. Iedereen deed er een beetje lacherig over. Wat moest de Dogtroep nou in Carré? Maar gaandeweg nam het plan vastere vormen aan, de groeiende bekendheid van de groep gaf de doorslag. Tijdens het Kerstcircus liepen spelers en technici van het gezelschap mee om het gebouw te verkennen en alle medewerkers van Carré zagen in Duitsland een voorstelling. Dat legde de basis voor een unieke samenwerking. Carrétechnici denken mee, iedereen is uiterst bereidwillig.

De groep beschouwt Carré niet als een kant en klaar theater, maar als locatie, een omgeving die je naar je hand moet zetten. Het is een plek met historie, waar de lucht van het circus nog hangt en waar sterren triomfen vierden. 'Wat we doen moet kloppen met de omgeving, maar het moet ook een beetje wringen,' zegt Trees Schreurs, regisseuse. 'Zo'n theater is moeilijk. Op een scheepswerf heb je wolken, water, een landschap, een boot die voorbij komt. Dat biedt houvast. Dit theater is hét symbool van een avondje uit, tussen verguldsel en rood pluche. Alles wat je bedenkt wordt hier al snel een decorstuk. En dat willen we niet.'

De zaal zelf is onherkenbaar. Het harde, felle licht van een grote witte ballon ontmaskert alle vlekken, elk gaatje in het pluche. Plotseling oogt het interieur verveloos en shabby. 'Dat is zo prachtig, zo lelijk' roept Schreurs. 'Tijdens de voorstelling willen we het theater als het ware onthullen. Langzamerhand doemt het aloude Carré weer op, de lijst, de zuilen, de glans en de glitter.'

Sinds 1990 regisseert en bedenkt Trees Schreurs bij Dogtroep alle voorstellingen. Ze doet het niet alleen, het gezelschap bestaat uit een gemêleerde groep beeldend kunstenaars en acteurs die allemaal hun aandeel hebben. 'Sommigen verzinnen beelden en acts. Anderen bedenken een sfeer, musici maken daar klanken bij, dat alles beïnvloedt en inspireert elkaar. Onze samenwerking gaat puur intuïtief. Iedereen werkt als een radertje in het geheel. Verandert er eentje van richting, dan reageren alle anderen daarop. Vergeet niet dat we al onze produkties zelf verzinnen, de vorm, de praktische uitwerking en het verhaal.'

Toen ze in Carré begonnen, was er niets. Geen script, alleen de titel en een paar losse ideeën. 'We wisten dat we in augustus zouden spelen. Dan is het warm, zeker in Carré waar toen nog geen airconditioning was. Dus wil je wind. Maar alleen wind is niet interessant. Daar moet iets mee gebeuren. Ideeën genoeg: windvanen, windmolens, musici maken een geluidslandschap in de wind en vervolgens komt het verhaal. Maar dan de praktijk. Het was hier vorige week zo koud door die wind dat we allemaal met leren jassen rondliepen. Dat kun je het publiek niet aandoen.'

Het verhaal is simpel. Een man en een vrouw. De vrouw sterft, de man kan geen afscheid van haar nemen. Maar er is nog een vrouw die verwoed de aandacht van de man probeert te trekken. Rondom hen raast het gewoel van de wereld. Grote raderen, propellers en andere zelfgebouwde 'windmakers' vormen een gigantisch bewegend uurwerk. Uit een schacht op het dak zakt een reusachtige spiraal, die als de slinger van een klok de tijd wegtikt. Het gevaarte beweegt door twee oliedrums vol water, bovenin aan weerszijden opgehangen. Een flinke duw is genoeg om het ding in beweging te zetten.

De titel, Dynamo Mundi, oftewel 'het vliegwiel van de wereld', ontstond in Belgrado bij een bezoek aan het museum van de uitvinder Tesla, de man die aan het eind van de vorige eeuw kans zag draadloos energie over te brengen. De woorden slaan op dat wat de wereld in beweging houdt, de menselijke fantasie die hoger en hoger wil om ruimte en tijd te beheersen. Letterlijk is dat de drang om te vliegen. Een van de spelers is bezeten van die wens. Hij probeert het met een enorme rode parapent, parachute-achtige vleugels, vanaf de bovenste toeschouwersring. Voorlopig komt hij nog geen dertig cemtimeter van de grond. Wellicht wordt dat meer. Anders blijft het bij een manmoedige poging.

'We hoopten dat hij zou kunnen drijven op de wind die we in het theater maken,' zegt Bakker. 'We hebben dat uitgeprobeerd in de gashouder, maar het bleek levensgevaarlijk.' De associaties met vliegen zitten in de kleinste dingen. Er zweeft van alles door de lucht en in de toneelvloer zijn lampen gemonteerd, afkomstig van de landingsbaan op een vliegveld. Het element lucht is in alles terug te vinden.

De lucht past bij de oerelementen waarop Dogtroep haar voorstellingen baseert. In Noordwesterwals was het water. Het oer-achtige hoort al sinds het ontstaan in 1975 bij het imago van de groep. Met hippie-achtige optredens protesteerden ze destijds tegen de saaiheid in de kunst. Op ongebruikelijke plekken verrasten ze het publiek met optochten vol vreemde objecten die de wonderlijkste geluiden produceerden. In 1988 vertrok de artistiek leider en was het tijd voor bezinning. Bakker: 'We hadden toen ook op kunnen houden, maar er waren teveel ideeën, het bruiste van leven.'

Ze zochten naar een professionelere aanpak. Schreurs: 'We wilden af van het snelle, eenmalige werk. Om acteren of licht bekommerden we ons niet. Daar kwamen we nooit aan toe. Het ging om de atmosfeer, ruig en echt moest het zijn.' Gaandeweg richtte de groep zich meer op samenhang, op inhoud. De acteurs zochten naar een specifieke 'Dog-stijl', grotesk, mimisch spel dat zonder woorden betekenis krijgt.

'We werkten ons kapot, probeerden nieuwe dingen uit, maar niemand van de Raad voor de Kunst kwam nog kijken.' Uitgerekend toen ze door de Nederlandse subsidiegever waren afgeschreven, werden ze in 1992 wereldberoemd door hun optreden bij de Olympische Winterspelen in Albertville en op de Wereldtentoonstelling in Sevilla. Inmiddels is de groep een gewild cultureel exportprodukt. Maar ook in Nederland zelf zijn ze razend populair. Noordwesterwals trok vorig seizoen meer dan 50 duizend bezoekers. Bakker: 'We zouden die voorstelling makkelijk vier jaar door kunnen spelen, maar dat zou het eind van deze club betekenen. Teren op succes is niet onze stijl. We zijn beeldend kunstenaars die willen scheppen, creëren. We zijn niet geïnteresseerd in herhaling.'

De kern bestaat nog steeds uit een kleine, hechte groep, aangevuld met freelancers. Acteurs monteren lampen, technici worden beschouwd als mede-acteurs. Schreurs: 'De techniek draagt de voorstelling. De technici maken dat dingen groeien, zweven, verdwijnen, dat de wind opsteekt en weer gaat liggen. Als zij niet timen, meespelen, de sfeer bepalen, dan gebeurt er helemaal niks.'

Tijdens de doorloop die avond gaat er veel mis. 'Wat wil je', zegt Bakker, 'de spelers hebben vanochtend pas het nieuwe script gekregen. Niemand weet precies waar hij moet staan.' De zakelijk leider verroert geen spier. Die voorstelling komt er. Het is een spektakel dat associaties oproept, zoals een schilderij of beeldhouwwerk, refererend aan abstracte begrippen als leven en dood, ruimte en tijd. Maar zonder precies te vertellen hoe laat het is.

 

 

 





Meeneemwindje en een wals die langzaam leeg moet lopen © Trouw



Met deze tekens aan de wand zet theatergezelschap 'Dogtroep' de toon voor de binnenvoorstelling 'Dynamo Mundi', die tot 1 september in Carré te zien is. Dogtroep speelt bij voorkeur op locatie, met steevast water, wind, lucht en vuur in de buurt. 'Dynamo Mundi' speelt zich binnenshuis af en ook nu zijn de vier elementen weer vertegenwoordigd. Als je de Dogtroep gastvrijheid verleent zul je het weten ook: de directie van Carré vond het goed dat er wanden, vloeren en plafonds werden doorboord.

'Dynamo Mundi' is een muziekspektakelstuk met amper vier regels tekst. Het is geen tragedie, en al helemaal geen komedie. Een man en een vrouw zwerven door hun eenzame wereld. De man doet alles fout, maakt waar hij zijn voet ook neerzet, alles kapot. Niet zozeer uit destructieve lust, maar omdat hij in z'n onhandigheid kennelijk niet anders kan. Hij molt zelfs datgene waar hij het meest van houdt: z'n eigen vrouw.

De wereld van de Dogtroep (geen afkorting, de naam betekent niets) is eerder inventief dan theatraal. De spelers maken hun attributen - decorstukken kun je hun immense vliegtuigen, aquarium, windmolens en propellers en dansende touwladders moeilijk meer noemen - zelf, eigenlijk zijn de attributen ook meteen de hoofdrolspelers.

Dogtroep gaf voorstellingen in Praag en Duitsland, waar gaandeweg en fragmentarisch bouwstenen voor 'Dynamo Mundi' ontstonden. Steeds blijft de Dogtroep de plek trouw waar de voorstelling zich afspeelt: het is de locatie met de daar wonende toeschouwers die de toon van de voorstelling zetten. In Chicago speelden de skyline, het Michiganmeer en soesjes etende bluesnegers in de kroegen theatrale rollen; Zuid-Afrikaans publiek reageert anders dan Duitse toeschouwers.

Regisseur en scriptschrijver Threes Schreurs: “We gaan ook een soort masterclass in Zuid-Afrika geven. Door de culturele boycot was er tot voor kort zo goed als niets. Maar zelfs in Nederland zijn mensen wakker geschud door 'The singing detective'. In Belgrado speelden we midden in de oorlog, in Praag waren we een maand na de Fluwelen Revolutie. Steeds kijk je naar de omgeving, de architectuur, de geschiedenis, je ruikt de geur, je hebt contact met de plaatselijke winkeliers, met de brandweer.”

Een hoogtepunt in 'Dynamo Mundi' vormt het reusachtige aquarium, dat als verraderlijk pierebadje begint om zich opeens pontificaal uit de vloer te verheffen, waarin het ontzielde lichaam van de vrouw zweeft. De Dogtroep vervaardigde het eigenhandig met een stalen kist, veiligheidsglas en temperatuurregeling. Hoe zo'n idee zich ontwikkelt? Schreurs: “Iemand van ons heeft een aquarium in huis, en vond het lichtschijnsel in het water zo mooi. Het licht was de basis voor het aquarium. En dan ga je naar een scène zoeken, totdat ze uiteindelijk letterlijk 'als een vrouw op sterk water' wordt gezet. Nee, de actrice die de vrouw speelt (Csilla Lakatos) heeft niets met water of met zwemmen, ze is danseres. Die vaardigheid komt van pas, want ze moet zo goed als het hele stuk voor dood spelen, en dat is moeilijker dan je denkt.”

In 'Notities uit het productieproces' staat bij 12 juli: “Dogtroep werkt niet met tekst als uitgangspunt. Een rol ontstaat langzaam door de wisselwerking tussen de acteur enerzijds en de bouwers en beeldenmakers anderzijds. De Man heeft bijvoorbeeld zulke lange benen omdat een ontwerper het silhouet van de speler wilde uitvergroten. De uiterlijke plannen verworden langzaam tot stukjes karakter, de beelden van de bouwers worden van vlees en bloed.” Threes Schreurs: “In Praag hebben we de figuur van de Lange Man ontdekt; toen was het nog een vrij zachtaardige man die in een tas woont. In Duitsland werd ie meer mongolide, in Carré is hij een wat boersig type geworden.”

De oorsprong van de wals (of trom of schijf of stalen cilinder of - liggend - beerput waarin Icarus zijn laatste rustplaats vindt) ligt in India. Dogtroeper Titia Bouwmeester zag hoe Indiase feesten worden opgeluisterd met een doorboorde en met meel gevulde ring. Rol je zo'n ring over tafel, dan laat-ie een meelspoor na in elk motief dat je wenst.

Al in het begin van het stuk wordt De Vrouw, tamelijk onverhoeds, door de wals (van 300 kilo) verpletterd. De enorme Dogwals is gevuld met schelpenzand, dat aan het slot op ingenieuze wijze een vierkant kettingspoor op de pistevloer legt. Fijnmazig ijzergaas doseert het schelpenzand rollenderwijs, zodat het zand in de regelmaat van een zandloper over de vloer valt, en de wals dus niet in één keer leegloopt. Het kostte heel wat tijd en hartbrekens om dat voor elkaar te krijgen.

De toeschouwers in Carré krijgen letterlijk de wind van voren, ook van achteren. De Dogtroep huurde een Duitse propellermotor die bij surfwedstrijden wordt gebruikt, en bouwde drie luchtkoelingscilinders van een olietanker tot windmachines om. Daartussenin draait een derde windmolen dapper mee, niet zozeer om voor functionele wind te zorgen - dat doen de andere machines - maar om de wind ook zichtbaar kracht bij te zetten. Regisseur Schreurs: “De windstoten komen van twee kanten de piste in, waar ze op een derde windstoot uit tegengestelde richting (van onderuit de tribune) stuiten. Daardoor gaat de wind nog in de piste omhoog, zodat de toeschouwers in de nok de wind als eersten voelen. Je moet wind niet frontaal op het publiek richten, dat is onaangenaam. Het moet een soort meeneemwindje zijn. Je moet de toeschouwers ook niet storen door water over hen heen te gooien - dat leidt af. Met de wind een speler omverblazen, dat zou nog kunnen.”


© Trouw , op dit artikel rust copyright.


Share by: